'Ondernemer laat kansen liggen door beperkt samenwerken'

Geplaatst op

Novifarm, een samenwerkingsverband van vijf Zuid-Hollandse akkerbouwfamilies, werd onlangs uitgeroepen tot Agrarisch Ondernemer van het Jaar 2017. Uniek aan deze ‘coöperatie 2.0’ is de scheiding tussen emotie en ratio: het eigendom van grond en gebouwen is losgekoppeld van de exploitatie en de machines. Dit biedt mogelijkheden om de bedrijfsvoering verder te optimaliseren en de continuïteit te waarborgen. “Deze opzet biedt ook kansen voor de glastuinbouw.”

Een ijzersterk en toekomstgericht concept. Zo omschreef de jury van de Agrarisch Ondernemer van het Jaar-verkiezing de opzet van Novifarm in Numansdorp. “De organisatie is geniaal en vormt een voorbeeld voor de sector”, zo zei juryvoorzitter Marc Calon.

Novifarm is verre van een doorsnee bedrijf; de onderneming is gestoeld op de samenwerking tussen vijf akkerbouwfamilies. Het begon in 2007, toen de families Noordam en Visser besloten te gaan samenwerken. Ze zetten een nieuw bedrijf op, waarin het bouwplan, de mechanisatie en de rest van de bedrijfsvoering werden ondergebracht. Het doel: een grootschalig en efficiënt akkerbouwbedrijf creëren, met optimale toekomstkansen. In de jaren daarna sloten ook andere families zich bij Novifarm aan: met de inbreng van de grond van de families De Bruijne, Kruijthoff en Verhoeven komt het totale teeltareaal uit op 750 hectare. Hierop worden onder meer aardappelen, suikerbieten, uien en granen geteeld, die worden geleverd aan een breed scala aan afnemers. Hierbij gaat het met name om handelshuizen en grondstoffenverwerkers, maar ook om bijvoorbeeld de befaamde snackbarketen Bram Ladage.

Knip tussen emotie en ratio
De vijf bedrijven die samenwerken in Novifarm delen de portemonnee en werken samen op het gebied van teelt, inkoop, verkoop, arbeid en mechanisatie. “De onroerende zaken als grond en gebouwen zijn echter nog eigendom van de individuele bedrijven; op deze manier maken wij een knip tussen emotie en ratio”, legt mede-eigenaar Dik Kruijthoff uit. De akkerbouwfamilie Kruijthoff haakte in 2010 aan bij Novifarm.  “Grond en gebouwen zijn vaak al generaties lang in de familie, daar kleeft een gevoel aan en deze kun je daarom niet zomaar verkopen. Bij roerende zaken en machines ligt dat over het algemeen minder gevoelig. Bij een familiebedrijf zijn de familie, het eigendom en het bedrijf meestal sterk met elkaar verweven, bij grotere bedrijven worden deze onderdelen meer uit elkaar getrokken. Dat maakt het makkelijker om bedrijfsmatige keuzes te maken, nieuwe vennoten te laten toetreden en een overname soepeler te laten verlopen. Kortom: het komt de continuïteit van het bedrijf ten goede.”

Volgens Kruijthoff was het, voor de families die zich aansloten bij Novifarm, soms wel even lastig om de verschillende bedrijfsonderdelen los van elkaar te zien. “Erover praten is heel belangrijk, net zoals de emotie eruit halen. En die emotie ligt dus meestal bij de eigendommen. Lukt het mensen om deze bezittingen los te zien van de exploitatie, dan kom je een heel eind."

Takenpakketten en accenten
Hoewel vijf familiebedrijven samenwerken binnen Novifarm, is de bedrijfsvoering in handen van drie families c.q. ondernemers. “Zij hebben de zeggenschap en regelen de dagelijkse gang van zaken”, licht Kruijthoff toe. “De andere twee families focussen op activiteiten buiten hun akkerbouwbedrijf, de boerderij is voor hen een soort tweede tak. De inbreng van grond en gebouwen in Novifarm zien zij als kans om het rendement te optimaliseren en te profiteren van de schaalvoordelen van de samenwerking.”
Elk van de drie ondernemers binnen Novifarm heeft zijn eigen takenpakket, met eigen accenten. Kruijthoff focust op financieel management, maar houdt zich ook bezig met operationele werkzaamheden. “Ik spring bijvoorbeeld bij tijdens het poten of zaaien of bij het transport. Maar zoals gezegd ligt de nadruk op financieel management; in het verleden werkte ik ook bij ABN AMRO.  De andere ondernemers focussen op onder meer de teelt, de organisatie en de techniek. Op deze manier benutten we ieders capaciteiten en kracht, maar het is niet zo dat we volledig los van elkaar acteren. Alle zaken blijven een gezamenlijke verantwoordelijkheid! Eén keer per maand gaan we met elkaar om tafel en formuleren we actiepunten en doelen. Krijg je als ondernemer een actiepunt toebedeeld, dan is dat zeker niet vrijblijvend. We rekenen elkaar dus wel degelijk af op wat we doen.”

Leermomenten
Kruijthoff geeft aan dat zijn taken en verantwoordelijkheden binnen het bedrijf gaandeweg wel veranderen, mede door de kansen die hij ziet als ondernemer. “Ik houd me de laatste tijd bijvoorbeeld steeds meer bezig met strategische zaken, duurzaamheidsvraagstukken en de biobased economy. Dit kunnen we niet laten liggen, aangezien hier kansen liggen voor de toekomst en de druk van maatschappelijke organisaties toeneemt. Anderzijds voel ik ook de drive om te focussen op nieuwe kansen voor het bedrijf. Dat is waarvoor je als ondernemer ’s ochtends je bed uit komt!”
De ondernemer geeft aan ook veel inspiratie te halen uit gesprekken met mensen van buiten de akkerbouwsector. “Het is bijvoorbeeld interessant om te kijken hoe de glastuinbouw met bepaalde zaken omgaat, of bedrijven die helemaal niets met de agrosector te maken hebben. Dat biedt nieuwe inzichten, en helpt om kansen te pakken in je eigen sector. Het is wel belangrijk om deze zaken goed te communiceren met de andere vennoten en hen mee te nemen in dit proces, zodat je niet te ver uit elkaar komt te staan. Daarbij kan hun input ook waardevol zijn, of kunnen ze je juist met beide benen op de grond zetten. Want misschien sla je wel een weg in die de anderen niet zien zitten. Dit is me al een paar keer gebeurd; dat waren belangrijke leermomenten.”

Groei en ‘wij-gevoel’
Ook de forse groei die Novifarm de afgelopen tien jaar doormaakte, bracht uitdagingen met zich mee: het teeltareaal groeide van 300 hectare in 2007 naar 750 hectare vandaag de dag. “Groeien was geen doel op zich, het overkwam ons. Ondernemers meldden zich namelijk aan om mee te draaien in ons samenwerkingsverband”, vertelt Kruijthoff. “Daarbij hebben we ook zelf wat grond aangekocht, maar alleen wanneer dit financieel mogelijk was. We hanteren een bepaalde bandbreedte qua liquiditeit, en daar willen we binnen blijven. Ook houden we in de gaten of andere bedrijfsmatige investeringen nodig zijn; denk bijvoorbeeld aan machines. Maar ook de marktpotentie speelt een rol: als we lichtere kleigronden kunnen kopen, zullen we die kans eerder grijpen, aangezien we hier meerdere gewassen op kunnen telen en de marktkansen dus groter zijn. Kortom: er spelen diverse afwegingen. Het is de uitdaging om een goede modus te vinden.”

Andere productbenadering
Ook qua vermarkting maakte Novifarm de afgelopen jaren een behoorlijke ontwikkeling door. Zo werd vooral meer samenwerking in de keten gezocht. “Vroeger werden de aardappelen geoogst en gingen deze weg met de vrachtwagen, waarna je er niets meer van hoorde. Kwaliteit was toen nooit echt een issue”, zegt Kruijthoff. “Door de intensievere samenwerking met afnemers krijgen we meer feedback. En daar moet je vervolgens ook iets mee doen. Blijkt bijvoorbeeld dat een partij aardappels te bruin bakt, dan moet je heel kritisch kijken op welk moment de aardappels te veel kou hebben gehad; in onze koelcel, tijdens het transport of wellicht in de koelcel bij de klant?  Stap voor stap komen we hier verder in.”
De ondernemers hebben hierdoor volgens Kruijthoff ook anders leren kijken naar hun product. “Je moet het niet meer zien als een product dat van je erf afgaat, maar als een product dat in een patatkraam wordt verkocht en goed scoort in de friettest van het AD. Dat is belangrijk voor klanten en vraagt een andere benadering van ons als producent. We moeten vooral nadenken over hoe we het rendement van onze klanten kunnen optimaliseren en hen kunnen helpen aan een goed imago. Dat laatste doen wij bijvoorbeeld door elk jaar een aardappeloogstdag te organiseren voor de stakeholders van Bram Ladage.”

Novifarm-familie
De vraag is natuurlijk ook hoe je een samenwerking tussen verschillende familiebedrijven in goede banen leidt. “Het is belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan de ‘zachte’ kant van de samenwerking”, benadrukt Kruijthoff. “Om deze reden organiseren we een paar keer per jaar iets leuks voor alle familie, bijvoorbeeld een barbecue, en hebben we een gezamenlijke app, waarin we foto’s en nieuws delen. Op deze manier blijven alle families betrokken en is er echt een ‘wij-gevoel’.”
Ook de twee vaste medewerkers en de seizoenskrachten worden zoveel mogelijk betrokken bij de Novifarm-familie. “De medewerkers hebben veel eigen verantwoordelijkheid en worden direct aangestuurd door twee vennoten. We hebben als bedrijf namelijk geen middenmanagement, wat betekent dat alle vennoten ook meewerkend voorman zijn. Door deze aanpak weten de medewerkers altijd waar ze aan toe zijn en behouden we de ‘ziel’ in de onderneming. We beschouwen de medewerkers ook echt als onderdeel van de ‘Novifarm-familie’; daarom delen ze ook mee in de successen van het bedrijf. Draaien we goed, dan ontvangen ze bijvoorbeeld een bonus.”

Sympathie
Naar de toekomst toe wil Kruijthoff vooral investeren in duurzaamheid en innovatie, om op deze manier de waarde van het bedrijf te laten toenemen. “Denk bijvoorbeeld aan het raffineren van eigen producten. Dergelijke projecten krijg je echter niet alleen van de grond; hierbij moeten we samenwerking zoeken met andere partijen. De uitdaging voor de komende tien jaar ligt erin om de juiste partijen om ons heen te verzamelen en op deze manier waarde toe te voegen aan ons bedrijf. Hierbij is het belangrijk om veel de hort op te gaan, met mensen te praten en te kijken of er draagvlak is voor ideeën. Haalbaarheidsstudies moeten uiteindelijk uitwijzen of een idee ook daadwerkelijk haalbaar is.”
De waarde van Novifarm is allereerst natuurlijk van belang voor de vennoten, maar ook voor leveranciers, banken en klanten. Volgens Kruijthoff wekt de opzet van Novifarm veel sympathie bij stakeholders. “Bij multinationals draait het vaak vooral om winst, de waarde voor de aandeelhouders staat op nummer één. Familiebedrijven, waar wij ook toe horen, hebben meestal ook oog voor de continuïteit en het belang van de medewerkers. Dat, en de opzet van onze coöperatie 2.0, wekt sympathie. We merken dat dit deuren opent, bijvoorbeeld bij nieuwe klanten, leveranciers, overheden en gemeenten. Ook krijgen we op deze manier een podium om ons verhaal te doen en andere ondernemers ervan te overtuigen dat dit een bedrijfsvorm met potentie is.”

Doen waar je blij van wordt
Hoe wil Kruijthoff er, samen met zijn medevennoten, verder voor te zorgen dat Novifarm in 2026 nog steeds succesvol is? “Het is belangrijk om aan te haken bij nieuwe ontwikkelingen, bijvoorbeeld datatechnologie. Ik verwacht dat wij als landbouwsector in de toekomst, via een soort Wikipedia-pagina, data zullen gaan delen met bijvoorbeeld banken, accountants, overheidsinstanties en toeleveranciers. Door vervolgens data en informatie uit te wisselen met collega’s, kunnen we stappen zetten op het gebied van informatietechnologie en robotisering. Het stapelen van al deze ‘lagen’ aan data, biedt bijvoorbeeld mogelijkheden om tot op de m2 optimaliseren en ook met iedereen delen hoe we dat precies doen.”

De ondernemer geeft toe dat datatechnologie niet helemaal zijn ‘ding’ is, maar realiseert zich dat hij hier toch in mee zal moeten gaan. “Gelukkig is één van de andere vennoten daar heel goed in thuis, maar om hem te begrijpen en mee te beslissen, zal ik mezelf ook moeten ontwikkelen op dit vlak. En als ondernemer heb je altijd leuke en minder leuke taken. Maar ik wil in ieder geval een paar honderd uur per jaar op de trekker blijven rijden, om met mijn voeten in de klei te blijven staan en goede strategische beslissingen te kunnen nemen. Het is belangrijk om als ondernemer ook datgene te blijven doen waar je happy van wordt en je niet alleen te laten leiden door de grootte van je bedrijf. Veel glastuinbouwbedrijven zijn zo groot geworden dat een middenmanagement de ondernemersrol overneemt en de ondernemer meer een strateeg wordt. Ik vraag me af of een tuinder hier gelukkig van wordt!”
Kruijthoff heeft duidelijke ideeën hoe een tuinbouwondernemer toch kan blijven doen wat hem blij maakt. “Je kunt bijvoorbeeld een CEO aantrekken en op deze manier ruimte creëren om zelf tussen de plantjes te werken, daar waar je hart ligt. Het aanstellen van een CEO is makkelijker als je de drie cirkels waar we het over hadden - de familie, het eigendom en het bedrijf - uit elkaar trekt.”

Boodschap voor tuinbouwondernemers
De akkerbouwer heeft voor tuinbouwondernemers ook nog een boodschap richting 2026. “De telersverenigingen binnen de glastuinbouw waren een mooie opstart richting meer samenwerking. Maar tuinbouwondernemers laten enorm veel kansen liggen door alleen samen te werken op het gebied van afzet en inkoop. Als je kiest voor een model als Novifarm, met een gezamenlijke exploitatie en een gezamenlijke portemonnee, zijn er veel meer voordelen te behalen. Denk aan een betere en efficiëntere besluitvorming, specialisaties per vennoot, versoepeling van een eventuele bedrijfsovername, et cetera. Kortom: dit model, dat prima te kopiëren is naar de glastuinbouw, draagt bij aan toekomstbestendige bedrijven en een sector die toekomstproof is.”

Onderneming2026.nl is een initiatief van Coalitie HOT. Coalitie HOT wordt gevormd door Federatie VruchtgroenteOrganisaties, Royal FloraHolland, Rabobank, Ministerie van Economische Zaken, Provincie Zuid-Holland, Provincie Noord-Holland, Provincie Limburg en gemeente Westland.


Deel dit blog:

Reacties (0)

Er zijn nog geen reacties

Reageer op dit bericht